Van Look Toshiba via Bio racer tot sky-team houding

Wielrennen is geen sport. Wielrennen is romantiek. Van een koers die begint in een plaats, met een avontuur onderweg, tot een aankomst waar een nieuwe omgeving wacht, waar de verhalen over de koers met het uur mooier worden. Vaak wordt de vergissing gemaakt dat wielrennen een sport is zoals atletiek, zwemmen of bijvoorbeeld marathon lopen. Fout. Wielrennen is het leven zelf. Een overlevingsstrijd, met renners die zich mooi soigneren, op glimmende fietsen, met veel kermis bij de start, muziek, zaken die afleiden van de koers zelf (het pijn doen van de ander), er wordt gesproken over van allesbehalve wielrennen, terwijl voor de renners 24 uur per dag het zoemende geluid van de wielen in de koers te horen is. Uiterlijk is, net als voor velen in het dagelijks leven, heel belangrijk. Een renner die zich niet aan de kleding etiquette houdt zal nooit winnen; “we laten ons niet flikken door zo’n amateur”. Iedere “echte” renner zal altijd wanneer hij langs een etage ruit komt naar zichzelf kijken. Hoe zie ik eruit, hoe zit ik op de fiets.

Dat laatste is onderdeel van de komende blogs, de fiets houding voor renners. Weliswaar in relatie tot de laatste ergonomische en prestatie fysieke wetenschappelijke inzichten. Let wel – en vandaar deze uitgebreide inleiding in de wielercultuur (wat nodig is omdat de aanwas van veel nieuwe sportfietsers groot is) blijft voor veel renners de performance belangrijk, maar de uitstraling “de zit” minstens net zo.

De basisfietshouding, de kenners weten dat nog, komt van Bernard Hinault. Dat is een zit ver achter de trapas. Om dan vervolgens het stuur lang, ver en laag te hebben staan. Dat gaf een lange, sterke, uitstraling, waarbij iedere pedaal push veel kracht genereerde. Het is een geblokte zit, met rechte lijnen. Het bovenlichaam ligt bijna horizontaal vanaf het achterwerk naar het stuur. Er is een anekdote waarbij Hinault midden in een Tour de France etappe stopt, een tangetje pakt en zijn zadel met de hand een klap geeft aan de voorkant zodat de zadel in zijn maximale achteruitstand kwam te staan. In die tijd reed vrijwel iedereen in die positie. Rond de jaren 90 ontstond het concept van Bio Racer. Dat vond zijn oorsprong in het idee dat wetenschappelijk was aangetoond dat bij iedere lichaamslengte een optimale fietsafstelling hoorde. Eigenlijk de eerste bikefitting. Die filosofie van fietshouding ging uit van al een meer ronde zit. Het zadel iets meer naar voren, stuurpen iets korter, een meer, vandaar de naam, meer organische zit die meer zou passen bij een lichaam. In plaats van een lichaam die zich aanpast aan de fiets. Dat was ook de tijd van experimenten. We zagen bijvoorbeeld in die tijd Fignon met een wat langere houding, maar ook Greg Lemond die dan weer meer naar voren zat en lager op het stuur. Uniek zijn de beelden van de finale tijdrit op de Champs Elysees (zie dit filmpje). Feitelijk was dit het begin van de focus op fietshouding als belangrijk element om het verschil te maken voor fietsen als sport.

Uiteindelijk hebben deze ontwikkelingen geleid tot de wetenschappelijke benadering van zithouding door het Sky-team. Een zit die veel meer naar voren is gericht waarbij ook voor de koersfiets veel van de effecten van een tijdrit fiets afstelling zijn meegenomen.

In een volgend blog zal nader worden ingegaan op wat de laatste trend in fietshouding voor fanatieke amateurs en (semi-) professionele wielrenners is.